Centraal neurologische aandoeningen
Fysiotherapie voor patiënten met neurologische aandoeningen kenmerkt zich door problemen bij dagelijkse activiteiten als gevolg van uitval op neurologisch gebied. Door de stoornis kan het denken en doen zijn verstoord. Dit kan tot gevolg hebben dat een patiënt minder goed kan functioneren en dat daardoor de kwaliteit van leven verminderd. Er kunnen zich problemen voordoen op het gebied van de beweging, communicatie, eten, drinken en persoonlijke verzorging. Ernstige handicaps kunnen onder meer ontstaan op het terrein van dagelijks functioneren, wonen, werk en relatie. Onder neurorevalidatie verstaan we alle (para)medische en psychosociale behandelingen voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Het is een leerproces waarbij de mogelijkheden door therapie of aanpassingen wordt doorlopen.
Bij welke vormen van NAH is neurorevalidatie van toepassing:
- CVA (herseninfarct/hersenbloeding), acuut (week 0-6), subacuut (week 6-12) en chronische fase (>12 weken)
- Parkinson en Parkinsonisme
- Hersentrauma’s
- Dementie
- Multiple Sclerose (MS)
- Hersentumoren
De therapeutische aanpak van de gevolgen van neurologische aandoeningen geschiedt in de meeste gevallen multi-disciplinair. Dit houdt in dat meerdere (para)-medische specialismen aan een gezamenlijk opgesteld behandelplan gaan werken onder regie van de verwijzer (neuroloog/ revalidatiearts). Deze specialismen kunnen zijn: neurofysiotherapie, ergotherapie, logopedie, psychologie en maatschappelijk werk.
Doelstellingen van neurofysiotherapie bij neurologische aandoeningen kunnen zijn:
- Het herleren van functies en vaardigheden waarin herstel mogelijk is. Dit is van toepassing bij ziektebeelden waar in het algemeen gesteld vooruitgang geboekt kan worden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ziektebeelden als CVA of een neurotrauma.
- Het leren behouden van functies, vaardigheden en conditie waarin herstel niet mogelijk is. Dit geldt bijvoorbeeld bij progressieve ziektebeelden als de ziekte van Parkinson, ALS en dementie of in de chronische fase na een CVA.
- Het leren toepassen van de geleerde functies en vaardigheden in allerlei situaties.
- Het voorkomen van complicaties. Het revalidatieproces wordt gehinderd en de kwaliteit van leven vermindert wanneer complicaties optreden.